Training geven is een vak
- Maarten Vissers
- 23 jun
- 1 minuten om te lezen
"Ik ga training geven," zei ik drie jaar geleden vol zelfvertrouwen. Ik had namelijk alle ingrediƫnten in huis voor een succesvolle training:
ā Een interessant onderwerp,
ā een flinke dosis praktijkervaring,
ā en een PowerPoint-klikker met volle batterij
Zoals de meeste verstandige mensen dook ik erin met het motto:
āEerst doen, denken kan later ook nogā. š”
Ik deed try-outs en had al snel boekingen staan. En inderdaad, in die eerste trainingen bleken alle drie de bovenstaande zaken cruciaal (vooral die laatste). Alleen had ik ƩƩn ingrediĆ«nt over het hoofd gezien: didactische vaardigheden š.
Mijn gedachte was: als ik maar genoeg vertel en uitleg geef met voorbeelden, dan leren mensen het vanzelf. Maar die schoolse aanpak blijkt niet goed te werken. Zeker niet als je in slechts een paar uur mensen een bepaalde denkwijze en vaardigheden wilt aanleren. ā³
Mijn verhaal was goed en aanstekelijk ā tenminste dat kreeg ik terug van de deelnemers ā maar ze liepen niet naar buiten met het gevoel zelf aan de slag te kunnen š . En dat is voor mij dĆ© graadmeter voor een succesvolle training.

Ik ben me toen gaan verdiepen in de vraag:
āHoe geef ik eigenlijk een goede training?ā
Ik kocht een stapel boeken en ging zelf trainingen volgen.
Wat bleek? Training geven is een vak.
(Yours truly, Capt. Obvious š«”).
Sindsdien ben ik ā na humor-rabbithole ā ook in de training-rabbithole beland š°. Ik begeef me nu al een paar jaar in de wonderlijke wereld van cognitivisme en werkvormen. En inmiddels geef ik een training die veel hoger scoort op mijn eigen graadmeter. š



