top of page

Grapherstel: Hugo de Jonge en Jack van Gelder

Jack van Gelder & Hugo de Jonge. Twee mannen die humor (en de zonnebank) niet schuwen. Maar beiden gingen daarbij de mist in.

Grap herstel Hugo de Jonge Jack van Gelder

Fijn dat de actualiteit lesmateriaal levert. Voor wie het gemist heeft, een korte samenvatting:

  • de Volkskrant onthulde grensoverschrijdend gedrag van Jack. Hij lag in bad toen een jonge vrouwelijke collega hem belde en hem vroeg haar mentor te zijn. Jack reageerde, “Als je bij mij in bad komt, prima.”

  • Minister de Jonge maakte een uitglijer op het podium bij het woonprotest. Een alleenstaande jonge vrouw vertelde dat ze geen huis kan kopen. Waarop Hugo reageerde, “Een rijke vriend, heb je daar al aan gedacht?”

Beiden maakten een grap, maar waarom wordt het niet ervaren als grappig?


In beide situaties is er sprake van een machtsverschil. Wanneer je die hiërarchie bevestigt met een grap, is dat vernederend. En vernedering vindt vrijwel niemand grappig. Daarom hanteren veel komieken de vuistregel: “Never punch down”. Discussies over waar je wel en geen grap over kan maken, hebben vaak te maken verschillende interpretaties van een (sociale) hiërarchie. Maar in deze gevallen is het evident wie de macht heeft. En als je dan naar beneden schopt, vindt het grote publiek je onsympathiek.


Even los van de vraag of de intentie en timing juist waren voor een grap, vind ik het interessant om te onderzoeken hoe Hugo en Jack wél grappig hadden kunnen zijn.


Iedere grap gaat ten koste van iets; Meestal van iemand. Dat is niet erg. Humor draait nou eenmaal om het menselijk tekort. Iemand die succesverhalen verkondigd is niet grappig. Het tegenovergestelde kan juist hilarisch zijn. Het slachteroffer maakt humor soms spannend en lastig. Een veilige en effectieve manier van humor bedrijven, is om jezelf het ‘lijdend voorwerp’ te maken van de grap. Zeker vanuit een positie van macht.


Jack had bijvoorbeeld kunnen zeggen: “Mentor!? Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt.”

Of “Goed dat je mij belt. Als geen ander kan ik je leren om hysterisch de namen van bekende voetballers te schreeuwen.”

Hugo had kunnen zeggen: “Ik snap je. Zelf woon ik ook in een schoenendoos. Maargoed, om plek te bieden aan al mijn schoenen, is die doos wel 300 vierkante meter, vrijstaand en gelegen in Blaricum."


Ze hadden ook iets externs kunnen slachtofferen:

Hugo: “Ja, sorry, ik kan er ook niets aan doen, maar mijn kiezers houden gewoon niet van wonen.”

Of “Ik ben oprecht ontroerd. Zo fijn dat er tegenwoordig bij demonstraties tegen mijn beleid ook normale mensen rondlopen."

Of “Als iedereen alleen zou wonen, is er geen huiselijk geweld meer. En als CDA accepteren we geen wetgeving die ten koste gaat van Christelijke tradities.”


Misschien geen dijenkletsers, maar ik denk wel een verbetering. Hiermee wil ik laten zien wat de keuze voor ‘het slachtoffer’ kan doen met een grap. Dit is een van de knoppen waar je bij humor aan kunt draaien. Dus Hugo de Jonge en Jack van Gelder, zin in een training? Check Humor Loont.




コメント


コメント機能がオフになっています。
bottom of page